Opdrachtgever
Provincie Zuid-Holland- Ditributiecentrum
Situatie
Verbreding van de N215 ter hoogte van Onwaardsedijk Noord te Dirksland
Opdracht
Opgraven van de bedreigde delen van een vindplaats onder de parallelweg langs de N215
Verleende diensten
Opgraving
Uitwerking
Publicatie
Locatie
Dirksland, Goeree-Overflakkee
Periode
2020

Opgraving N215 nabij Onwaardsedijk Noord te Dirksland

In opdracht van de provincie Zuid-Holland heeft Vestigia in het kader van de werkzaamheden aan de N215 op Goeree-Overflakkee ter hoogte van de Onwaardsedijk-Noord bij Dirksland een kleinschalige opgraving uitgevoerd. Algemeen doel van het onderzoek is het documenteren van gegevens en veiligstellen van materiaal van het deel van de archeologische vindplaats dat door de wegwerkzaamheden wordt bedreigd. Het specifieke doel van dit onderzoek was het nader vrijleggen van de muurresten die tijdens de aanleg van een bermsloot waren aangetroffen. Op basis van historisch kaartmateriaal lijkt mogelijk sprake van een 16e-eeuws boerderijcomplex, waarvan de fundamenten kunnen zijn aangetroffen.

Aan de westzijde van de opgraving zijn twee muren aangetroffen. De eerste muur betreft roodgebakken stenen. De tweede muur is opgebouwd uit een kleiner formaat gele IJsselstenen. De twee muren komen niet met elkaar in aanraking. Ten oosten van de muur is een drietal op een rij liggende puinkuilen aanwezig die in een lijn parallel aan de twee muurwerken liggen. Enkele meters ten westen van de puinkuilen liggen twee constructies van houten palen. Deze houtconstructies bestaan uit een kruisvormige balkconstructie van vierkant bekapte balken die met een halfhoutse verbinding en twee ijzeren nagels aan elkaar zijn vastgezet. Deze houtenconstructies liggen eveneens in één lijn, zowel parallel aan de puinkuilen als ook het muurwerk. De houtconstructies lijken als trek-anker constructie te hebben gefunctioneerd. De constructie die op of in de puinkuilen was geplaatst zou mogelijk door de trekankers op de plaats kunnen zijn gehouden.

Zowel de muren als deze ankerconstructies met de puinkuilen versterken de indruk dat het geheel een mogelijke vorm van kering heeft. Als dit eventueel in relatie tot het noodzakelijk watermanagement van de polder wordt bezien, zou het geheel een vorm van damwand of kade met waterkerende functie kunnen hebben.